De roos blijft de “koningin van de bloemen”. De oneindige keuze aan rassen en variëteiten van rozen stelt de rozenliefhebber in staat om aan zijn eisen te voldoen voor alle situaties en voor de meest uiteenlopende toepassingen. Een snijbloem bij uitstek, dankzij de kleuren, de perfecte vorm en de fijne geur is de roos de perfecte keuze voor alle feesten en alle interieurs. Hybride theerozen worden hiervoor in een perk of zelfs in een hoek van de moestuin geplant.
Polyantha- of floribunda-rozen zijn het meest geschikt voor het decoreren van de siertuin. Hun trossen bloemen zullen gedurende het hele zomerseizoen en tot zware vorstperiodes schitterende kleurvlakken vormen. Klimrozen met grote of kleine bloemen in boeketten zijn ideaal voor pergola’s, zuilen, hekken, muren en andere goed zichtbare plaatsen.
Tot slot zijn stamrozen, al dan niet huilend, hoewel kwetsbaarder, ideaal om het centrum van een bloembed te versieren, om te worden geïsoleerd op het gazon of om een pad af te bakenen.
Een plant die goed is aangepast aan onze gematigde klant, meestal geënt op de inheemse rozenbottel (Rosa canina), is niet veeleisend op de bodem en kan vele jaren leven met kracht en bloeirijkheid. Echter, veel amateurs verzamelen tegenslagen en wanhoop om de rozenstruik te kunnen cultiveren.
Hoewel het een makkelijke plant is om in de serre te kweken, vereist het wel enige speciale kennis, die we snel zullen herzien.
A. Rozen zijn dol op zandkleurige kleigrond, dus eerder zwaar dan licht. In grond die te zanderig is of die in de zomer gemakkelijk uitdroogt, is het voordelig om humusrijke materialen te begraven (compost, oude mest, compost, turf, enz.).
B. De voorbereiding van de bodem moet ruim van tevoren gebeuren. De ontstane mest moet ten minste zes weken voor het planten worden begraven, want verse mest is niet geschikt. Meststoffen met kalk moeten worden vermeden. Als er laat wordt gegraven voor het planten, is het beter om de mest te vervangen door een volledige organische meststof. Het is raadzaam om kalium (5 kg/are kaliumsulfaat) en fosfaat (5 kg/are superfosfaat) meststoffen in de bodem te verwerken.
C. Het tijdstip van aanplanten is belangrijk. Om een voorbeeldige vegetatie en overvloedige bloei te verkrijgen vanaf het eerste jaar, is het essentieel om de rozen te planten voor de zware vorst, ten laatste tegen het einde van november. Voorjaarsaanplant is minder interessant en vereist bovendien speciale voorzorgsmaatregelen (wortelsnoei, korte snoei, plaatsing van een mulch na het planten).
D. Het planten moet diep genoeg zijn want de bindingen worden ingekort tot ongeveer 8-10 cm van de scheuten.
F. In het voorjaar wordt de grond oppervlakkig bewerkt tussen de rozen. Het begraven van verse mest in contact met de wortels moet worden vermeden, omdat het een wortelziekte of verrotting verspreidt. Mest die als bescherming tegen overwintering zou hebben gediend, moet worden weggegooid. Ook moet wortelschade worden vermeden. Daarom wordt de grond losgemaakt met een klauw of een platte tandenvork. Vanaf het tweede jaar is het tijd om de mest te begraven in de vorm van een speciale complete rozenmeststof.
G. Gedurende de gehele bloeiperiode dient het rozenperceel regelmatig te worden onderhouden door het systematisch verwijderen van verwelkte bloemen om de ontwikkeling van nieuwe bloemknoppen te stimuleren. Ze moeten worden gesnoeid met een goed stuk stengel om te voorkomen dat de struiken te hoog worden in de zomer. Op dezelfde manier moeten wilde bloemen worden verwijderd zodra ze verschijnen door ze af te snijden op het punt van inbrengen op de wortel. Snoeien op de grond zal het ontstaan ervan alleen maar bevorderen. Om verstopping van de bodem te voorkomen en om de beluchting van de wortels te vergemakkelijken, wordt de bodem ten slotte oppervlakkig en regelmatig losgemaakt door te wieden. Dit werk zal, vóór een regenbui, gepaard gaan met een extra bemesting.
H. In ons vochtige klimaat zijn rozen vaak vatbaar voor zwarte puntziekte, wat een voortijdige bladval veroorzaakt. In warme omstandigheden is het de “witte” of poederachtige schimmel die ervoor zorgt dat de bladeren en knoppen verminderen. Om deze twee ziekten te voorkomen zijn regelmatige preventieve behandelingen met zwavel, zineb of maneb noodzakelijk. Ook de voorliefde van bladluizen voor rozen en hun snelle vermenigvuldiging vragen om regelmatige interventies met malathion, bromofos of andere insecticiden.
I. Als de winter nadert, wordt ten slotte een snoei uitgevoerd, oftewel een lange snoeibeurt. Het bestaat uit het inkorten van de takken direct onder de bloemstelen, d.w.z. 30-40 cm boven de grond.
Na deze korte schets van de essentiële zorg die aan de rozen moet worden besteed, blijft er niets anders over dan alle rozenliefhebbers veel vreugde en voldoening te wensen met hun favoriete bloem.