Van het een komt het ander en zo komt het dat ik in het najaar geen tijd (of laten we het goesting noemen) meer had om de laatste aardappelen te rooien. En toen vroor het en toen was het nog iets anders en nu is het al april. Omdat april gelijk staat aan zo ongeveer alles zaaien moesten ze er nu echt uit. Ondanks de verwaarlozing zagen ze er eigenlijk geweldig uit. Hier en daar waren er al wel scheuten, maar allemaal voelden ze nog heel stevig aan. En zo komt het dat wij in april al aardappelen uit eigen tuin eten. En dat ze nog altijd smaken, wat een verschil met de smakeloze exemplaren uit de winkel. Dat verschil valt volgens mij extra op wanneer je puree maakt, wanneer we anders onze aardappelen bedelven onder een goeie geut saus of insmeren met een boel kruiden en goed veel zout draait het bij puree toch vooral om de patat.
En wat er dan bij? In de serre keus genoeg, ze staat vol met jong aanstormend talent, bietjes, raapjes, bloemkolen, worteltjes, maar vooral veel blaadjes en die zijn niet alleen lekker om een slaatje mee te maken, maar ook om onder de puree te mengen. Je hoeft de blaadjes zelfs niet te stoven, gewoon hakken en door de hete puree roeren. Geweldig lekker. En daar dan een gepocheerd eitje bij, dezelfde dag nog gelegd. Meer moet dat echt niet zijn.
Standaard gaat er bij ons in de puree een flinke klont boter, een goeie geut volle melk en een eidooier (of twee). Die eidooier laat ik hier weg, wanneer je je eitje opensnijdt loopt het eigeel vanzelf wel je puree binnen.
Nodig per persoon:
– Een goeie handvol blaadjes eventueel aangevuld met kruiden: mosterdblad, raapsteel, rucola, radijsblaadjes, winterpostelein, veldsla, spinazie, kervel…
– Drie dikke pureeaardappelen
– Eitjes op kamertemperatuur, zo vers mogelijk
– Echte boter
– Volle melk
– Nootmuskaat
– Peper en zout
1. Schil en kook de aardappelen in gezouten water.
2. Was de blaadjes, zwier ze droog en hak ze grof.
3. Breng in een hoge pot water aan de kook.
4. Breek in twee tasjes of kommetjes elk een eitje, zet nog even aan de kant.
5. Giet de aardappelen af van zodra ze gaar zijn, doe er dan een flinke (echt een flinke) klont boter bij en een goeie geut melk. Stamp alles fijn met een pureestamper, breng op smaak met nootmuskaat, peper en zout en meng er dan de rauwe blaadjes onder, ze zullen snel slinken. Doe het deksel op de pot en zet even aan de kant.
6. Maak met de steel van een houten lepel een draaikolk in het kokende water, giet hierin een eitje uit een kopje, wacht een paar seconden en laat er dan ook het tweede in glijden. Zet een timer op drie minuten en schep in tussentijd de blaadjespuree op een bord.
7. Haal wanneer de timer afloopt de eitjes uit het water, laat even uitlekken en leg ze dan op de puree. Herhaal stap 6-7 zolang de personen of eitjes strekken.