Tomaten

Een keer per week werk ik in de serre, het liefst op een ochtend verwijder ik de dieven en pluk ik de bladeren die verdord zijn of teveel licht wegnemen van de tomaten.
Overdag is het vaak te warm in de serre maar er is nog een reden waarom ik dit liever ’s ochtends doe, planten bevatten ’s ochtends meer vocht waardoor dieven en bladeren makkelijker afbreken zodat je minder kans hebt op grotere wonden langs waar schimmels of andere ziektes binnen kunnen.
Het wegnemen van de bladeren zorgt er voor dat er goed veel lucht langs de tomaten kan, wat schimmelinfecties tegengaat. De planten worden rond hun touw of spiraal gedraaid en kunnen er zo weer tegen voor een weekje. Na het dieven en bladplukken verstuif je best wat gesteentemeel over de planten, dit sluit de wondjes af, versterkt de planten tegen ziektes en plagen en de extra mineralen worden via de grond opgenomen door de planten en komen zo in de vruchten terecht. Goed voor ons!

 

Wat ik ook nog een keer per week doe is de dikke mulchlaag aan de voet van de planten aanvullen met nieuw organisch materiaal. Dat kan simpelweg grasmaaisel zijn, maar ook netels, smeerwortel, duizendblad of stengels en bladeren van alle andere grote planten die in de moestuin aanwezig zijn.
Maar wanneer ik het kippenhok leegmaak krui ik ook wat van het stro in de serre binnen. Al dit materiaal zorgt voor een constante aanvoer van voedsel en vocht voor de tomaten en andere groenten in de serre, het bodemleven zet dit nl. allemaal om in voeding, humus en vocht. Precies op maat van de groentes.

 

Blijven aanvullen dus die mulchlaag!

Een ander voordeel van een mulchlaag is dat je heel het jaar door maar weinig last zal hebben van onkruiden, de grond is immers al bedekt, dus maar weinig onkruidzaden zien het licht en zullen ontkiemen. In het najaar is een groot deel van de mulchlaag verteerd, deze verteerde laag verdeel ik dan over de bedden waar het jaar nadien de kolen, bladgewassen en vruchtgewassen komen. De onverteerde delen gaan op de composthoop.