Met februari kan het zowat alle kanten op, het kan vriezen, het kan dooien en er zitten zeker ook dagen tussen waarbij de lente in het land is. Het is dan maar met moeite dat de moestuinier zich kan inhouden om al niet aan het zaaien te slaan. Aan uw eigen kent ge een ander.

Ligt jouw moestuin net als de mijne op zandgrond dan kan er hier en daar zeker al wat gezaaid worden; lente-ui, tuinbonen, spinazie… Lichte grond houdt veel minder vocht vast en droogt daarom sneller op waardoor er vroeger kan gezaaid worden. Klei- en leemgrondtuiniers houden zich beter nog wat in tot ook hun grond voldoende is opgedroogd en verwarmd. Men zegt wel eens dat er pas mag gezaaid worden wanneer het niet meer te koud is om met je blote kont op de grond te zitten. Testje?

Maar waar je je zeker niet meer moet inhouden is in de serre. Heb je vorig jaar na de tomaten nog spinazie, veldsla of andere blaadjes gezaaid dan kan je nu nog een versnelling hoger gaan door erwtjes, radijsjes of zelfs bloemkolen te zaaien en planten. In de meeste gevallen kan een serre veel efficiënter gebruikt worden, vooral als je je tot nu enkel beperkte tot de typische zomerteelten zoals tomaten, paprika’s en komkommers. Teelten sneller op elkaar  laten volgen is niet alleen goed om je opbrengst te vergroten, het houdt je grond ook in betere conditie. Al die fijne blaadjes en plantjes hebben water nodig en dat water spoelt de zouten weg die zich in de afgelopen zomer gevormd hebben door het tekort aan water.  Met één à twee emmers water per week per vierkante meter voorkom je verzilting van de serregrond. Dat is al een probleem minder.

Wat kan je dan nog allemaal zaaien?

Er zijn twee dingen waar je mee rekening moet houden. De levensduur van een groente en de vruchtwisseling. Waar in april of mei de tomaten komen, daar kunnen nu enkel snelgroeiende gewassen zoals spinazie, mosterd, rucola, radijsjes, … Maar op bedden waar pas later groenten uitgeplant worden daar kan heel wat meer, erwtjes, tuinbonen, bietjes, wortels …

Je hoeft ook niet telkens alles eruit te flikkeren wanneer de ene teelt ten einde loopt of de volgende er in moet, zo plant ik dit jaar de komkommers en augurken tussen de tuinbonen en peultjes, die kunnen nog wat verder groeien (of drogen) terwijl de komkommerplantjes nog maar klein zijn en niet veel plaats in nemen. Wanneer de tuinbonen en peultjes geoogst zijn knip ik de planten in stukken en laat ze liggen als mulch. Alle peulvruchten slaan stikstof op bij de wortels en geven dat terug vrij wanneer ze verteren, daar gaan die komkommers alleen maar heel gelukkig van worden, win win! Let er wel op dat de jonge plantjes die je tussen grote planten zet niet verdrongen worden en over voldoende licht en lucht beschikken, eventueel knip je een paar plantjes af op de plaats waar de komkommers de grond in gaan.

Dit soort van combinatie-/tussenteelt kan je nog op andere serregroenten toepassen, rond de bloemkolen zaai ik nog radijsjes want de eerste weken is er nog veel lege ruimte rond zo’n kool. En tussen twee rijen bietjes, venkel of koolrabi past de eerste weken wel een rijtje spinazie, koriander of raapsteel. Waar je bij zo’n tussenteelt wel rekening mee moet houden is met de vruchtwisseling, meteen ons tweede punt op de agenda!

Net zoals in de moestuin moet je ook in de serre rekening houden met de vruchtwisseling, jaar na jaar dezelfde groenten op dezelfde plaats telen kan tot verschillende problemen leiden. Toevallig zijn nu net tomaten, paprika’s en komkommers daar minder vatbaar voor, maar kolen, peulen, aardappels en wortels zet je beter maar om de 3-5 jaar op dezelfde plaats. Steek wat tijd in een goed plan en schuif elk jaar de teelten één bed op. Hou ook je notities bij in een moestuinagenda, dan kan het bijna niet meer fout gaan.

En wat zou al deze uitleg zijn zonder lijstje met groenten die nu nog gezaaid kunnen worden?!

Een waarschuwing: Lees voor je zaait eerst de achterkant van het zaadzakje, er is vroege en late prei, wortelen, bloemkool enz. Voor struikboontjes is het nu nog veel te vroeg, maar tuinbonen en erwten kunnen al wel gezaaid worden.

In de volle grond

De snelle groeiers > kort aanwezig > ideaal voor op de tomatenbedden of als tussenteelt
Tuinkers, spinazie, raapsteel, mosterd, rucola, sla(mengsels), radijs, koriander, kervel, dille, groenbemesters

De trage groeiers > lang aanwezig > blijven tot de zomer in de serre, daarna paprika, peper, aubergine, meloen of nateelten
Erwten, peulen, tuinboon, struikboon, raapjes, koolrabi, paksoi, Chinese kool, bloemkool, venkel, bietjes, wortel, peterselie, lente-ui, aardbei, knoflook, courgette, aardappelen.

In grote potten, bakken en zakken > 
Hier blijft alles in tot je het oogst
Sla(mengsels), radijs, lente-ui, sjalot (voor het groen), erwtenscheuten, peterselie, wortelen, bietjes, aardappelen, aardbei

Voorzaaien in bakken en potjes om later (te verplanten en) buiten uit te planten
Erwten, peulen, tuinboon, boontjes, Chinese kool, paksoi, koolrabi, alle grote kolen, courgette, pompoen, mais, asperges, artisjok, venkel, bietjes, Nieuw-Zeelandse spinazie, sla, zuring, basilicum, zomerpostelein, bloemen, dahlia

Binnen voorzaaien, later verspenen/verplanten en verhuizen naar de serre
Zomerprei, (knol)selder, paprika, peper, aubergine, tomaat, meloen, komkommer, augurk, basilicum